Nog steeds leeft bijna een half miljoen Nederlandse huishoudens in armoede, waaronder ook gezinnen met minderjarige kinderen.

De ombudsman signaleert dat ongeveer 1 miljoen burgers in Nederland moeten rondkomen van een inkomen op of iets boven het sociaal minimum. De meesten leven in (langdurige) armoede en slagen er niet (meer) in om hun hoofd financieel boven water te houden. Het gaat niet alleen om mensen met een uitkering, maar bijvoorbeeld ook om werkenden en zzp’ers met een laag inkomen. Al jaren ziet een groot deel van deze groep hun feitelijk besteedbaar inkomen dalen; ze kunnen niet of nauwelijks rondkomen.

Door de coronacrisis dreigt deze groep financieel kwetsbaren groter te worden vooral door jongeren, flexwerkers en zzp’ers. De coronacrisis kan voor sommigen net dat laatste zetje betekenen waardoor ze voor jaren financieel aan de grond zullen zitten. Juist deze financieel kwetsbare groepen burgers krijgen te maken met de meest complexe regelingen.

Niet zelden raken zij verstrikt in de spelregels en verplichtingen die voor deze regelingen gelden. Voldoen zij bijvoorbeeld niet aan hun inlichtingenplicht of maken zij per ongeluk een foutje dan kan dat desastreuze financiële gevolgen hebben. Door de terugvorderingen en boetes kunnen problematische schulden ontstaan of de bestaande schuldenproblematiek verder verergeren. Vaak weten deze burgers niet meer welke wegen zij moeten bewandelen en tot wie ze zich met hun problemen kunnen wenden.